Land: Holland
Sprog: hollandsk
Kilde: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
BISMUTHSUBNITRAAT 27 mg/g ; LIDOCAÏNE 18 mg/g ; ZINKOXIDE 130 mg/g
Bayer B.V. Energieweg 1 3641 RT MIJDRECHT
C05AD01
BISMUTHSUBNITRAAT 27 mg/g ; LIDOCAÏNE 18 mg/g ; ZINKOXIDE 130 mg/g
Zalf voor rectaal gebruik
ALCLOXA ; CETYLALCOHOL ; PARAFFINE, VLOEIBAAR (E905) ; PARAFFINE, ZACHT (E 905) ; THYMOL ; WOLVET,
Rectaal gebruik
Lidocaine
Hulpstoffen: ALCLOXA; CETYLALCOHOL; PARAFFINE, VLOEIBAAR (E905); PARAFFINE, ZACHT (E 905); THYMOL; WOLVET;
1900-01-01
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Theranal ® aambeienzalf, zalf voor rectaal gebruik Theranal ® aambeienzetpillen, zetpillen Werkzame bestanddelen: lidocaïne, zinkoxide, bismuthsubnitraat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. Gebruik dit medicijn altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts u dat heeft verteld. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw apotheker. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts. • _Wordt uw klacht na 14 dagen niet minder, of wordt hij zelfs erger? Neem dan contact op met _ _uw arts_ _Inhoud van deze bijsluiter _ _1. _ _Wat is Theranal aambeienzalf of Theranal aambeienzetpillen en waarvoor wordt dit _ _medicijn gebruikt? _ _2. Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? _ _3. Hoe gebruikt u dit medicijn? _ _4. Mogelijke bijwerkingen _ _5. Hoe bewaart u dit medicijn?6. Inhoud van de verpakking en overige informatie_ 1. WAT IS THERANAL AAMBEIENZALF OF THERANAL AAMBEIENZETPILLEN EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Theranal wordt gebruikt bij plaatselijke pijn, branderigheid en jeuk bij inwendige en uitwendige aambeien. De actieve stoffen in dit medicijn zorgen ervoor dat deze klachten verminderen. Lidocaïne heeft een plaatselijk verdovende werking en bestrijdt of verlicht het gevoel van pijn, jeuk, een branderig gevoel en irritatie. Zinkoxide en bismuthsubnitraat hebben beide een samentrekkende werking op de bloedvaten van de aambeien. 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN? • U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. • Lijdt aan bloedende aambeien. • Aandoeningen aan het hart. • Overgevoeli Læs hele dokumentet
Date: Versie: Page 1 Module 1 _SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN _ _ _ 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Theranal aambeienzalf, zalf voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per gram zalf: 130 mg zinkoxide, 27 mg bismuthsubnitraat en 18 mg lidocaïne. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Zalf voor rectaal gebruik. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Plaatselijke pijn, branderigheid en jeuk bij inwendige en uitwendige aambeien. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING _Dosering: _ De zalf 's ochtends en 's avonds en na iedere stoelgang gebruiken. _ _ _Wijze van toediening _ _Bij inwendige aambeien: _ Schroef de canule op de tube en breng de zalf zorgvuldig aan door na het inbrengen van de canule in de anus op de tube te drukken. _Bij uitwendige aambeien: _ Reinig de anale opening goed. Hiertoe kunt u bijvoorbeeld een watje met een beetje aambeienzalf gebruiken. Afdrogen en de zalf in ruime mate aanbrengen. 4.3 CONTRA-INDICATIES Bloedende aambeien. Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor één van de hulpstoffen. Bekende overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type, zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne. Aandoeningen aan het hart. 4.4 BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK Theranal moet met voorzichtigheid gebruikt worden bij bloedingen en/of ontstekingen in het gebied waar de zalf toegepast moet worden. Een aangepaste dosis Theranal dient te worden gegeven aan patiënten die lijden aan sepsis, ernstige leverziekte, epilepsie, verhoogde schildklierwerking en aan kinderen die jonger zijn dan 12 jaar met een lichaamsgewicht van minder dan 25 kg. Zoals in het algemeen geldt voor zelfzorggeneesmiddelen dient dit middel niet langer dan 14 dagen achtereen te worden gebruikt, tenzij een arts anders voorschrijft. 4.5 INTERACTIES MET ANDERE GENEESMIDDELEN EN ANDERE VORMEN VAN INTERACTIE Relevante klinische interacties zijn hoogst onwaarschijnlijk vanwege de lokale toepassing en de geringe ho Læs hele dokumentet