Země: Nizozemsko
Jazyk: nizozemština
Zdroj: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
NADROPARINE CALCIUM;
Euro Registratie Collectief B.V.
B01AB06
NADROPARINE CALCIUM;
Oplossing voor injectie
Subcutaan gebruik
Nadroparin
Hulpstoffen: CALCIUMHYDROXIDE (E 526); WATER VOOR INJECTIE; ZOUTZUUR (E 507);
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER FRAXODI 0,6, OPLOSSING VOOR INJECTIE 11.400 IE ANTI-XA/0,6 ML FRAXODI 0,8, OPLOSSING VOOR INJECTIE 15.200 IE ANTI-XA/0,8 ML FRAXODI 1,0, OPLOSSING VOOR INJECTIE 19.000 IE ANTI-XA/1,0 ML nadroparinecalcium LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Aanvullende informatie 7. Stapsgewijze instructies voor gebruik 1. WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? FRAXODI IS EEN GENEESMIDDEL DAT helpt bij het oplossen van ontstane bloedstolsels. Dit type geneesmiddel wordt een antitrombotisch middel genoemd. Dit middel bevat nadroparinecalcium, een zogenaamde laagmoleculair gewicht heparine, en wordt gebruikt ter behandeling van een ziekte die wordt veroorzaakt door bloedstolsels. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - u bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6. - als bij u een verlaging van het aantal bloedplaatjes (bloedcellen die helpen bij het stollen van het bloed) is geconstateerd die veroorzaakt werd door een eerdere behandeling met nadroparine - als u bloedingen heeft of een bloederziekte heeft door stollingsstoornissen of een verlaagd aantal bloedplaatjes tenzij bij u bloedstolsel Přečtěte si celý dokument
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fraxiparine Forte 11.400 IE/ 0,6 ml oplossing voor injectie Fraxiparine Forte 15.200 IE/ 0,8 ml oplossing voor injectie Fraxiparine Forte 19.000 IE/ 1 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING _Fraxiparine Forte 11.400 IE/ 0,6 ml_ Elke voorgevulde spuit van 0,6 ml bevat nadroparinecalcium 11.400 IE anti Xa-activiteit. _Fraxiparine Forte 15.200 IE/ 0,8 ml_ Elke voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat nadroparinecalcium 15.200 IE anti Xa-axtiviteit. _Fraxiparine Forte 19.000 IE/ 1 ml_ Elke voorgevulde spuit van 1,0 ml bevat nadroparinecalcium 19.000 IE anti Xa-activiteit. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Behandeling van trombo-embolische aandoeningen. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Eenmaal daags één injectie gedurende 10 dagen. De dosis per injectie bedraagt per kg lichaamsgewicht nadroparinecalcium 171 IE anti Xa-activiteit. Voor deze dosering kan gebruik worden gemaakt van onderstaand schema: LICHAAMSGEWICHT (KG) INITIËLE DOSERING FRAXIPARINE FORTE Aantal IE anti Xa < 50 0,4 ml 7.600 50-59 0,5 ml 9.500 60-69 0,6 ml 11.400 70-79 0,7 ml 13.300 80-89 0,8 ml 15.200 ≥ 90 0,9 ml 17.100 KINDEREN EN ADOLESCENTEN (JONGER DAN 18 JAAR) Fraxiparine Forte wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen jonger dan 18 jaar aangezien er onvoldoende gegevens over veiligheid en werkzaamheid zijn. 2 OUDERE PATIËNTEN Er is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk tenzij de patiënt een nierfunctiestoornis heeft. Bij oudere patiënten wordt aangeraden vooraf aan de behandeling de nierfunctie te bepalen (zie rubriek hieronder voor patiënten met een nierfunctiestoornis en rubriek 5.2). PATIËNTEN MET EEN NIERFUNCTIESTOORNIS Verlaging van de dosering is niet nodig bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 50 ml/min). Matige tot ernstige nierfunctiestoornis wordt Přečtěte si celý dokument