caverject 20 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. amp. voorgev. spuit flac.
pfizer sa-nv - alprostadil 20 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 20 µg - alprostadil 20 µg - alprostadil
caverject 10 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. flac. + voorgev. spuit + amp.
pfizer sa-nv - alprostadil 10 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 10 µg - alprostadil 10 µg - alprostadil
caverject 5 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. amp. voorgev. spuit flac.
pfizer sa-nv - alprostadil 5 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 5 µg - alprostadil 5 µg - alprostadil
caverject 40 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. flac. + voorgev. spuit
pfizer sa-nv - alprostadil 40 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 40 µg - alprostadil 40 µg - alprostadil
caverject 10 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. flac. + voorgev. spuit + amp.
pfizer sa-nv - alprostadil 10 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - alprostadil
caverject 20 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. amp. voorgev. spuit flac.
pfizer sa-nv - alprostadil 20 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - alprostadil
caverject 5 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. amp. voorgev. spuit flac.
pfizer sa-nv - alprostadil 5 µg/ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - alprostadil
caverject impuls 20 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. patr.
pfizer sa-nv - alprostadil 20 µg/0,5 ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 20 µg - alprostadil 25.6 µg - alprostadil
caverject impuls 10 µg inj. opl. (pdr. + oplosm.) i.cavern. patr.
pfizer sa-nv - alprostadil 10 µg/0,5 ml - poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie - 10 µg - alprostadil 12.8 µg - alprostadil
forsteo
eli lilly nederland b.v. - teriparatide - osteoporosis; osteoporosis, postmenopausal - calcium homeostase - behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen en bij mannen met een verhoogd risico op fracturen. bij postmenopauzale vrouwen is een significante vermindering van de incidentie van vertebrale en niet-vertebrale fracturen maar niet van heupfracturen aangetoond. de behandeling van osteoporose in verband met de aanhoudende systemische glucocorticoïden therapie bij vrouwen en mannen met een verhoogd risico op fracturen.