Country: Unjoni Ewropea
Lingwa: Olandiż
Sors: EMA (European Medicines Agency)
halofuginon
Virbac S.A.
QP51AX08
halofuginone
Kalveren, pasgeboren
antiprotozoaire
In new born calves:- Prevention of diarrhoea due to diagnosed Cryptosporidium parvum, in farms with history of cryptosporidiosis,Administration should start in the first 24 to 48 hours of age- Reduction of diarrhoea due to diagnosed Cryptosporidium parvum. Toediening dient binnen 24 uur na het begin van diarree te starten. In beide gevallen is de vermindering van oöcystenuitscheiding aangetoond.
Revision: 2
Erkende
2019-02-08
17 B. BIJSLUITER 18 BIJSLUITER KRIPTAZEN 0,5 MG/ML ORALE OPLOSSING VOOR KALVEREN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: VIRBAC 1 ère avenue – 2065 m – LID 06516 Carros FRANKRIJK 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Kriptazen 0,5 mg/ml orale oplossing voor kalveren halofuginone 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN) Per ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Halofuginone 0,50 mg (als lactaatzout) HULPSTOFFEN: Benzoëzuur (E210) 1,00 mg Tartrazine (E102) 0,03 mg Heldere, gele orale oplossing. 4. INDICATIE(S) Bij pasgeboren kalveren: ‐ Preventie van diarree met als diagnose _Cryptosporidium_ _parvum_ op bedrijven met een voorgeschiedenis van cryptosporidiose. De toediening dient te starten binnen 24 tot 48 uur na de geboorte. ‐ Reductie van diarree met als diagnose _Cryptosporidium_ _parvum_ . De toediening dient te starten binnen 24 uur na het ontstaan van de diarree. In beide gevallen werd een vermindering van de oöcysten uitscheiding aangetoond. 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken op een lege maag. Niet gebruiken bij gevallen van diarree die reeds langer dan 24 uur aan de gang zijn en bij verzwakte dieren. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. 19 6. BIJWERKINGEN Een toename van de mate van diarree is waargenomen in zeldzame gevallen, bij behandelde dieren. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: - Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en)) - Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren) - Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren) - Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren) - Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten). Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wannee Aqra d-dokument sħiħ
1 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Kriptazen 0,5 mg/ml orale oplossing voor kalveren. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAAM BESTANDDEEL Halofuginone 0,50 mg (als lactaat zout) HULPSTOFFEN Benzoëzuur (E210) 1,00 mg Tartrazine (E102) 0,03 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Orale oplossing. Helder gele oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Rund (pasgeboren kalveren). 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Bij pasgeboren kalveren: ‐ Preventie van diarree met als diagnose _Cryptosporidium parvum_ op bedrijven met een voorgeschiedenis van cryptosporidiose. De toediening dient te starten binnen 24 tot 48 uur na de geboorte. ‐ Reductie van diarree met als diagnose _Cryptosporidium_ _parvum_ . De toediening dient te starten binnen 24 uur na het ontstaan van de diarree. In beide gevallen werd een vermindering van de oöcysten uitscheiding aangetoond. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken op een lege maag. Niet gebruiken bij gevallen van diarree die reeds langer dan 24 uur aan de gang zijn en bij verzwakte dieren. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. 3 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Uitsluitend toedienen na de opname van colostrum, melk of kunstmelk, met gebruik van een geschikt apparaat voor orale toediening. Niet gebruiken op een lege maag. Voor de behandeling van anorectische dieren moet het diergeneesmiddel worden toegediend in een halve liter elektrolytoplossing. De dieren moeten, naar goede opfok gewoonten, voldoende colostrum krijgen. Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient ‐ Personen met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoff Aqra d-dokument sħiħ