Country: Unjoni Ewropea
Lingwa: Olandiż
Sors: EMA (European Medicines Agency)
toltrazuril, ijzer (III) ion
CEVA Santé Animale
QP51AJ51
toltrazuril, iron (III) ion
Varkens (biggen)
toltrazuril, combinaties
Voor het gelijktijdig voorkomen van ijzer-deficiëntie bloedarmoede en preventie van klinische verschijnselen van coccidiose (diarree) evenals vermindering in oocyst de uitscheiding, bij biggen in boerderijen met een bevestigde de geschiedenis van coccidiose veroorzaakt door Cystoisospora suis.
Revision: 1
Erkende
2019-04-23
15 B. BIJSLUITER 16 BIJSLUITER FORCERIS 30 MG/ML + 133 MG/ML SUSPENSIE VOOR INJECTIE VOOR BIGGEN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Ceva Santé Animale 10 av. de La Ballastière 33500 Libourne Frankrijk 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Forceris 30 mg/ml + 133 mg/ml suspensie voor injectie voor biggen toltrazuril/ijzer (III) (als gleptoferron) 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN) Per ml: WERKZAME BESTANDDELEN: Toltrazuril 30,0 mg IJzer (III) 133,4 mg (als gleptoferron 355,2 mg) HULPSTOFFEN: Fenol 6,4 mg Donkerbruine suspensie. 4. INDICATIE(S) Voor de gelijktijdige preventie van bloedarmoede door ijzertekort en de preventie van klinische verschijnselen van coccidiose (diarree) evenals vermindering van oöcysten uitscheiding, bij biggen op bedrijven met een bevestigde voorgeschiedenis van coccidiose veroorzaakt door _Cystoisospora suis_ . 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij biggen waarvan wordt vermoed dat ze lijden aan een tekort aan vitamine E en/of selenium. 6. BIJWERKINGEN Sterfgevallen werden zeer zelden gemeld bij biggen na toediening van parenterale ijzer injecties. Deze sterfgevallen werden in verband gebracht met genetische factoren of tekortkomingen van vitamine E en/of selenium. Er werden sterfgevallen bij biggen gemeld die werden toegeschreven aan een verhoogde vatbaarheid voor infectie als gevolg van tijdelijke blokkering van het reticulo-endotheliale systeem. 17 Overgevoeligheidsreacties kunnen optreden. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: - Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en)) - Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren) - Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren) - Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren) - Zeer zelden (min Aqra d-dokument sħiħ
1 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Forceris 30 mg/ml + 133 mg/ml suspensie voor injectie voor biggen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAME BESTANDDELEN: Toltrazuril 30,0 mg IJzer (III) 133,4 mg (als gleptoferron 355,2 mg) HULPSTOFFEN: Fenol 6,4 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie. Donkerbruine suspensie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT(EN) Varken (biggen 24 tot 96 uur na de geboorte) 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) Voor de gelijktijdige preventie van bloedarmoede door ijzertekort en de preventie van klinische verschijnselen van coccidiose (diarree) evenals vermindering van oöcysten uitscheiding, bij biggen op bedrijven met een bevestigde voorgeschiedenis van coccidiose veroorzaakt door _Cystoisospora suis_ . 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij biggen waarvan wordt vermoed dat ze lijden aan een tekort aan vitamine E en/of selenium. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Zoals met elk antiparasiticide, kan frequent en herhaald gebruik van antiprotozoïca uit dezelfde klasse leiden tot de ontwikkeling van resistentie. Het wordt aanbevolen om het diergeneesmiddel toe te dienen aan alle biggen uit één toom. Zodra klinische verschijnselen van coccidiose worden waargenomen, is er al schade aan de dunne darm opgetreden. Daarom moet het diergeneesmiddel aan alle dieren worden toegediend vóór het verwachte begin van de klinische verschijnselen, dat wil zeggen tijdens de prepatent-periode. Hygiënische maatregelen kunnen het risico op coccidiose bij het varken verminderen. Het wordt daarom aanbevolen om tegelijkertijd de hygiënische omstandigheden in de betreffende stal te verbeteren, vooral wat betreft de hygiëne en de vochtigheidsgraad. Het diergeneesmiddel wordt aanbevolen bij biggen met een gewicht tussen 0,9 en 3 kg. 3 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Spe Aqra d-dokument sħiħ