Land: Den Europæiske Union
Sprog: hollandsk
Kilde: EMA (European Medicines Agency)
Leishmania infantum uitgescheiden eiwitten uitgescheiden
Virbac S.A.
QI07AO
Leishmania infantum excreted secreted proteins
honden
immunologische
Voor de actieve immunisatie van Leishmania-negatieve honden vanaf een leeftijd van zes maanden om het risico te verminderen om een actieve infectie en klinische ziekte te ontwikkelen na contact met Leishmania infantum. De werkzaamheid van het vaccin is aangetoond bij honden die werden blootgesteld aan meerdere natuurlijke parasietblootstelling in zones met een hoge infectiedruk. Begin immuniteit: 4 weken na de primaire vaccinatiekuur. Duur van de immuniteit: 1 jaar na de laatste herinenting.
Revision: 2
teruggetrokken
2011-03-14
17/23 B. BIJSLUITER Geneesmiddel niet langer geregistreerd 18/23 BIJSLUITER CANILEISH LYOFILISAAT EN OPLOSMIDDEL VOOR SUSPENSIE VOOR INJECTIE VOOR HONDEN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant: VIRBAC 1ère avenue – 2065 m – L.I.D. 06516 Carros Frankrijk 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL CaniLeish lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor honden 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN) Elke dosis van 1 ml vaccin bevat: Lyofilisaat: WERKZAAM BESTANDDEEL: _Leishmania infantum _Excreted Secreted Proteïnen (ESP) minstens 100 µg ADJUVANS: Gezuiverd extract van _Quillaja saponaria_ (QA-21): 60 µg Oplosmiddel: Natriumchloride oplossing 9 mg/ml (0,9%) 1 ml 4. INDICATIES Voor de actieve immunisatie van Leishmania-negatieve honden vanaf 6 maanden ter vermindering van het risico op het ontwikkelen van een actieve infectie en een klinische ziekte na contact met _ Leishmania _ _infantum_. De werkzaamheid van het vaccin is aangetoond bij honden onderworpen aan een meervoudige natuurlijke blootstelling aan parasieten in gebieden met hoge infectiedruk. Begin van de immuniteit: 4 weken na het primaire vaccinatieschema. Duur van de immuniteit: 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie. Geneesmiddel niet langer geregistreerd 19/23 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken in geval van overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, het adjuvans of voor één van de hulpstoffen. 6. BIJWERKINGEN Na de injectie worden vaak gematigde en lokale reacties van voorbijgaande aard zoals zwelling, nodulus, pijn bij palpatie of erytheem waargenomen, maar deze reacties verdwijnen spontaan binnen 2 tot 15 dagen. Andere na vaccinatie vaak voorkomende tijdelijke symptomen, zijn hyperthermie, apathie en spijsverteringsstoornissen gedurende 1 tot 6 dagen. In zeldzame gevallen werden anorexie en braken gerapporteerd. Allergie-achtige reacties Læs hele dokumentet
1/23 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Geneesmiddel niet langer geregistreerd 2/23 1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL CaniLeish lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 1 ml vaccin bevat: Lyofilisaat: WERKZAME BESTANDDELEN: _Leishmania infantum_ Excreted Secreted Proteïnen (ESP) ten minste 100 µg ADJUVANS: Gezuiverd extract van _Quillaja saponaria_ (QA-21): 60 µg Oplosmiddel: Natriumchloride oplossing 9 mg/ml (0,9%) 1 ml Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Lyofilisaat: beige gevriesdroogde fractie Oplosmiddel: kleurloze vloeistof 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Hond 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) Voor de actieve immunisatie van Leishmania-negatieve honden vanaf 6 maanden ter vermindering van het risico op het ontwikkelen van een actieve infectie en een klinische ziekte na contact met _Leishmania _ _infantum_. De werkzaamheid van het vaccin is aangetoond bij honden onderworpen aan een meervoudige natuurlijke blootstelling aan parasieten in gebieden met hoge infectiedruk. Begin van de immuniteit: 4 weken na het primaire vaccinatieschema. Duur van de immuniteit: 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken in geval van overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, het adjuvans of voor één van de hulpstoffen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR IEDERE DOELDIERSOORT Transiënte antilichamen tegen Leishmania, die met een ImmunoFluorescence Antibody Test (IFAT) aangetoond kunnen worden, kunnen verschijnen na de vaccinatie. Antilichamen die door de vaccinatie Geneesmiddel niet langer geregistreerd 3/23 zijn geïnduceerd kunnen onderscheiden worden van antilichamen die tijdens een natuurlijke infectie zijn aangemaakt met behulp van een snelle diagnostische serologische test als eerste stap van een differentiële diagnose. In gebieden met een lage of geen infectiedruk dient de dierenarts een baten/risi Læs hele dokumentet